Wat is partnerpensioen?
Het partnerpensioen is de uitkering die je partner ontvangt, nadat je bent overleden. Hij of zij ontvangt het partnerpensioen dat je hebt opgebouwd bij Pensioenfonds Vervoer. Dit kan ook een partner zijn die je nog niet had toen je in het vervoer werkte. Je partner ontvangt deze uitkering tot hij of zij zelf overlijdt.
Wanneer ben je een 'partner'?
Iemand wordt gezien als je partner, als hij of zij:
- Met je getrouwd is of jouw geregistreerd partner is, vóór je met pensioen gaat.
- Met je samenwoont, vóór je met pensioen gaat.
De persoon met wie je samenwoont is je partner als:
- Jij en je partner een samenlevingscontract afgesloten hebben bij de notaris. Hierin staat dat jullie een gezamenlijke financiële huishouding voeren.
- Jullie niet zijn getrouwd met iemand anders, jullie geen geregistreerd partnerschap hebben met iemand anders en jullie ook niet samenwonen met iemand anders.
Voldoe je niet aan deze voorwaarden, dan bestaat de kans dat je partner geen partnerpensioen krijgt.
Je partner is niet je ouder, grootouder, overgrootouder of je kind, kleinkind of achterkleinkind.
De persoon met wie je samenwoont is je partner als:
- Jij en je partner een gezamenlijke financiële huishouding voeren.
- Jullie allebei minstens 6 maanden op hetzelfde adres ingeschreven staan bij de gemeente.
- Jullie niet zijn getrouwd met iemand anders, jullie geen geregistreerd partnerschap hebben met iemand anders en jullie ook niet samenwonen met iemand anders.
Voldoe je niet aan deze voorwaarden, dan bestaat de kans dat je partner geen partnerpensioen krijgt.
Je partner is niet je ouder, grootouder, overgrootouder of je kind, kleinkind of achterkleinkind.
Let op: ben je gescheiden of heb je samengewoond? Kijk dan bij 'Uit elkaar’. Daar vind je een uitleg over de verdeling van het pensioen en het partnerpensioen.
Wezenpensioen
Je kinderen krijgen ieder het wezenpensioen dat je bij Pensioenfonds Vervoer hebt opgebouwd. Je kinderen ontvangen een wezenpensioen tot zij 18 jaar zijn (of uiterlijk tot hun 27e zolang zij studeren).